Agnetenberg

De geschiedenis van de AGNETENBERG


Hendrick van Bentinck , heer van Limbricht had een dochter die naar het klooster wilde gaan. Dus kocht hij de "Oude Voogdij" en richtte dit in als klooster. Korte tijd verbleven hier Ursulinen maar aan het einde van de dertigjarige oorlog [1618-1648] verlieten zij het klooster. 


Zij werden opgevolgd door de Dominicanessen. De eerste drie zusters kwamen uit Brugge en zij noemden hun klooster naar de heilige Agnes van Monte Pulciano Agnetenberg. Zij brachten een beeldje mee van Maria "Behoudenis der Kranken". Dit beeldje kreeg een plaats in de kapel en op voorspraak van Maria werden er diverse mensen genezen.
De eerste zusters werkten uitsluitend binnen het klooster en hielden zich bezig met het vervaardigen van waskaarsen en hosties. Met de toename van het aantal zusters werden ook hun activiteiten uitgebreid. Men startte met het geven van onderwijs aan meisjes. Dit was in eerste instantie bedoeld om nieuwe novicen op te leiden. Later kwam er ook een school voor de kinderen van de stad. Voor de huisvestiging van al deze leerling moest het klooster verbouwd worden. De zusters kochten in 1655 het ernaast gelegen pand "Dobbelstein". Dit huis was in de dertiger jaren verwoest maar het was een groot stuk grond. Het gehele terrein werd ommuurd. Dit had gevolgen voor de buurtbewoners die tot dan toe water haalde in de vijver van het klooster. Men maakte daarom een poortje in de muur met een put zodat de watervoorziening voor de omwonenden geregeld was.

Van deze 17de eeuwse muur is nog een groot gedeelte zichtbaar.


Op 16 april 1661 werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe klooster. Het zou een open pandhof in carrévorm moeten worden.Drie vleugels van het gebouw waren af en bewoond toen in het rampjaar van 1677 de Fransen Sittard binnentrokken en de hele binnenstad in brand staken. Agnetenberg werd door de plunderende soldaten verwoest en leeggeroofd. De zusters vluchtten tijdelijk naar familie en vrienden Nadat de vrede gesloten was keerden zij terug en men begon in 1699 met de bouw van de kloosterkerk. De kerk vormde de vierde zijde van het pandhof en werd in dezelfde stijl als de Michielskerk ingericht.
Langs de Plakstraat kwam het woongedeelte voor de leerlingen en zusters van buiten.
Op het eind van de 18de eeuw brak de Franse revolutie uit. Kerken en kloosters werden geconfisqueerd en ook Agnetenberg ontkwam hieraan niet. De laatste zusters vertrokken en het klooster werd aangekocht door het armenbestuur. In de gebouwen vonden arme gezinnen onderdak.
Tevens werd de stadsschool hier gehuisvest. Deze was gevestigd in het Dominikanerklooster maar moest plaats maken voor het College Kallen.
In 1851 besloot deken Roersch om de gebouwen van armenbestuur te kopen om opnieuw kloosterlingen naar Sittard te halen met de bedoeling om de armenzorg, zorg voor wezen en ziekenzorg te organiseren.
De deken vroeg de zusters onder de Bogen in Maastricht om enige zusters naar Sittard te zenden. Overste Seraphine begon direct met werving van nieuwe kloosterlingen in de omliggende plaatsen en zo groeide deze nieuwe orde van de zusters van het Kostbaar Bloed. In het klooster werden niet alleen wezen maar ook bejaarden ondergebracht. Verder hielden de zusters zich ook bezig met de wijkverpleging in de stad.
Het klooster werd algauw te klein en langs de Plakstraat verrees een nieuw gebouw. Om in hun eigen voedsel te kunnen voorzien werd er grond buiten de wallen aangekocht om een moestuin aan te leggen. Dankzij een schenking van Mgr. Claessens werd ook een groot stuk van de tuin van Villa Maria eigendom van de zusters. Om in deze tuin te komen kregen de zusters toestemming om een eigen doorgang onder de wal te maken.
In 1890 startte men met een lager meisjesschool. Er kwam een huishoud-school, een modevakschool en een Mulo voor meisjes. De zusters kregen ook de zorg voor het onderwijs in Overhoven. Tegenover de kerk in Overhoven bouwden ze een bejaardenhuis, Mariahof. In 1949 kwam er vervolgens ook een bejaardenhuis op het terrein van Agnetenberg. Dit werd Caritas. 
In de jaren 60 werden de gebouwen, gelegen langs de Plakstraat afgebroken en er kwam een nieuw front ontworpen door architect Palmen.
In december 1982 verhuisden de bewoners van Caritas en Mariahof naar de Baenje en Caritas werd verpleegkliniek. Met de nieuwbouw van de Lemborgh verdwenen de laatste bewoners; een gedeelte van de gebouwen werd afgebroken maar klooster, pandhof en kerk bleven behouden. Hier wonen nu enkel nog de zusters van het Kostbaar Bloed.