Een bijzondere muntvondst te Limbricht.

De heer L. Brandts uit Buchten deed in 2002 in Limbricht een bijzondere muntvondst. De gevonden munt leek in eerste instantie onleesbaar, maar na een letterlijk grondige schoonmaakbeurt kwamen er wat letters en cijfers tevoorschijn.

 

Op de voorzijde zijn zichtbaar de ster van Maastricht, een staand zwaard, het jaartal 1579 en een Latijnse tekst:

TRA-JEC  /  AB HIS - OBSES  /  PRO IVS - CAVSAE  /  DEF-SIONE

Hetgeen staat voor: Traiecto ab Hispanis obsesso pro iustus causae defesione.

 

Kennelijk had men indertijd aan een half woord genoeg. De vertaling luidt: "Vanwege het beleg van Maastricht door de Spanjaarden voor een rechtvaardig doel verdedigd".

Op de keerzijde wederom tekst en het getal 24 in Romeinse cijfers dat de muntwaarde aangeeft  (XXIIII=24 stuivers), en wederom de tekst:

 

PROTEGE  /  DNE  POPVLV  /  TVVM PROP  /  NOMI TVI  /  GLORIAM

Protege domine populu tuum prop nomi tui gloriam.

Vertaald: "Heer bescherm uw volk omwille van de eer van uw naam".

 

Het blijkt te gaan om een zogenaamde belegeringsmunt uit Maastricht, geslagen tijdens de Tachtigjarige oorlog(1567-1648).

Tijdens de opstand tegen Spanje is de stad Maastricht enige tijd in Staatse handen geweest. Op 8 maart 1579 sloeg Alexander Farnese, hertog van Parma, een beleg rond de stad. Hij was met een grote troepenmacht, maar liefst 34.000 manschappen stonden tot zijn beschikking. Na maanden van felle strijd werd de stad op 29 juni 1579 ingenomen door de Spanjaarden. Ze vermoordden er meer dan 2000 inwoners.

De stad werd flink geplunderd en er werden heel wat vernielingen aangericht. De schade was enorm. Een maand na het begin van het beleg is men in Maastricht begonnen met het slaan van belegeringsmunten. De uitgifte van de gevonden 24 stuivermunt, die in een Brabants muntatelier werd geslagen, vond plaats op 14 mei 1579. De munt vertegenwoordigde een aanzienlijke waarde en diende na de belegering ingeruild te worden voor een zilveren exemplaar.

In deze periode had Sittard óók te maken met zowel Spaanse als Staatse inkwartieringen. Geweld en afpersing werden daarbij niet geschuwd.

In januari 1579 verbleef  de hertog van Parma in kasteel Born. Hij was voornemens de Maas over te trekken, maar door de slechte weersomstandigheden lukte dit niet. Ook kasteel Limbricht kon niet ontsnappen aan het geweld. Het werd in 1579 geplunderd. In deze bijzondere sombere tijd stierven als gevolg van een dysenterie-epidemie in de omgeving van Sittard meer dan 3000 soldaten en burgers. De gevonden munt is dus geslagen in een roerige tijd die niet alleen voor Maastricht aangrijpend was maar óók voor de plaatsen die de Spaanse inkwartieringen moesten ondergaan, zoals Limbricht, Born en Sittard.

(Ries van Doorn. 2003 - nr. 2)