Deel 2:  Het dodenbestel in de regio Sittard in de Romeinse tijd

Met de meegegeven munt werd de veerman van de onderwereld betaald.

Ten tijde van de Romeinen waren er globaal drie plekken waar men begraven kon worden:

  1. in een grafveld;
  2. langs grotere wegen, zoals bekend van bijvoorbeeld de wegen bij Heerlen, Maastricht en Tongeren;
  3. op een afgebakend terrein binnen een villacomplex.

De graven langs de wegen waren soms voorzien van een heus grafmonument in de vorm van een tempeltje. In uitzonderlijke gevallen werd het graf gemarkeerd door een enorme grafheuvel die 'tumulus’ wordt genoemd.

In de regel werd het lichaam gecremeerd; de crematieresten werden verzameld in een urn of schaal. Deze werd vervolgens geplaatst in een grafkist uit hout of steen, zoals een sarcofaag. Even terzijde... wist u dat het woord ‘sarcofaag’ letterlijk ‘vleeseter’ betekent? In een enkel geval werd het graf opgebouwd uit dakpannen, logisch dat zo’n graf dan ‘dakpangraf’ heet.

Tegen het einde van de Romeinse tijd, wellicht mede door de invloed van het christendom, deed de ‘inhumatie’ haar intrede. De lijken werden vaker ongecremeerd begraven.

Al naar gelang de status van de overledene werd het graf voorzien van bijgiften. Vaak werd er een munt meegegeven… die was nodig om de veerman te betalen. Het was de veerman van de rivier in de onderwereld die het rijk van de levenden en de doden scheidde.

 

Het verloren grafveld van Tüddern

In de zeer korte nabijheid van Sittard, namelijk in Tüddern, is uit de Romeinse tijd een grafveld bekend. Het lag even achter het voormalige douanekantoor aan de linkerzijde van de weg. Het grafveld is jammer genoeg tijdens de winning van zand ter plekke rond 1900 geheel vergraven. De vondsten waaronder veel aardewerk en een weinig glaswerk, zijn in niet meer te traceren privé-verzamelingen terechtgekomen en moeten als verloren worden beschouwd.

 

Per toeval ontdekt: het grafveld in het Janskamperveld

Een ander Romeins grafveld met zo’n 100 crematiegraven, kwam in 1991 onverwacht tevoorschijn toen archeologen op zoek waren naar bandkeramische sporen in het Janskamperveld te Geleen. Grafgiften werden er niet veel aangetroffen.

Opmerkelijk is wel dat centraal in het grafveld, dat stamt uit de eerste of tweede eeuw na Christus, een ringsloot met een doorsnede van 25 meter werd gevonden. De ringsloot lag waarschijnlijk rond een grote grafheuvel die bestemd was voor een persoon met een zekere status.

 

De bijgiften in het graf van Amandus;

de inzet toont enkele inscripties op het aardewerk.

Een Romein die Amandus heette?

In de wijk Landgraaf in Geleen werden in 1980 drie crematiegraven gevonden, één ervan kwam vrijwel ongeschonden tevoorschijn, compleet met giften bestaande uit een kommetje en bord van het zogenaamde ‘terra sigillata’ aardewerk, bekers, kruiken, een ijzeren mes, een munt en fragmenten van een benen sierraad. 

Vanwege de aangetroffen naam ‘Aman’ en ‘Amandi’ bij inscripties (‘graffiti’) op het gevonden aardewerk, wordt dit graf het graf van Amandus genoemd. De ijzeren spijkers die werden gevonden, doen vermoeden dat de crematieresten werden bijgezet in een houten kist. De datering ligt in de tweede eeuw na Christus.

Dit fraaie bronzen zalfbusje (‘pyxis’) bevond zich in de sarcofaag van Oud-Geleen

 

De sarcofaag van Oud-Geleen

In Oud-Geleen werd bij de bouw van een moutkelder in 1882 aan de Marcellienstraat, een 2000 kilogram zware sarcofaag van ‘Herzogenrather zandsteen’ gevonden. De luxe bijgiften en het feit dat er sprake is van een stenen sarcofaag, verwijzen naar de begraving van iemand met een bijzondere status.

Uit de aard van de bijgiften is af te leiden dat het waarschijnlijk het graf van een vrouw betreft. Tot de vondsten behoren: glaswerk, zalfpotjes, een bronzen beensieraad, een munt van Faustina, oorbellen, haarnaalden, een schrijfstift, een schrijftafeltje van leisteen en een bronzen zalfbusje dat ook wel ‘pyxis’ wordt genoemd. Deze fraai geëmailleerde ‘pyxis’ behoort tot één van de mooiste grafvondsten uit onze omgeving. De datering ligt rond de tweede helft van de tweede eeuw na Christus. Het villacomplex waartoe het graf ooit behoorde is tot op heden nog niet gevonden.

De sarcofaag van Limbricht die een tijd als regenwaterbak dienst deed…

Inzet: het Salviuskerkje

 

De sarcofagen van de Limbrichtse Pastoorsweide

Bij de entree van het oude Salviuskerkje te Limbricht staat één van de zandstenen sarcofagen die in 1814 op de Pastoorsweide aldaar werd gevonden. Onwetend van de historische betekenis heeft men vroeger de askist een hele tijd gebruikt als opvangbak voor het regenwater van het Salviuskerkje… De rijke inhoud van de kist is verdwenen naar het Wallraef-Museum in Keulen, waar een familielid van de toenmalige pastoor Page directeur was. Wat er in de sarcofaag zat, is gelukkig wel aan het papier toevertrouwd: Een urn met crematieresten, een metalen tranenkruikje, een olielamp, een zilveren kledingornament en een aantal met koperdraad aan elkaar geregen kleine glazen flesjes.

Waar de tweede askist is gebleven, is tot op heden niet duidelijk, mogelijk bevindt die zich óók in Keulen. Naspeuringen om de Limbrichtse relicten in Keulen te traceren hebben tot nu toe nog niets opgeleverd.

Ries van Doorn (2005- nr. 4)