Een Hateboer vol met raadsels en mossels...

 

Hateboer...meer dan een zwembad.

 

Bij de naam Hateboer zal de gemiddelde Sittardenaar meteen denken aan het zwembad bij het sportcentrum. Dit zwembad draagt nu de naam De Nieuwe Hateboer. Vóór de renovatie was het kortweg De Hateboer. Gelukkig is het traditie om bij de naamgeving van accommodaties zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande historische benaming van de plek. Maar wat was dan nu eigenlijk die bewuste Hateboer ? Een rechthoekige strook land, gelegen in de Schwienswei, omgeven door lange grachten, droeg die naam (zie Trachotkaart). Het perceel strekte zich uit van de Stadbroekermolen tot aan de Rode Beek. De lengte bedroeg circa 600 en de breedte circa 100 meter. De grachten waren dubbel uitgevoerd en werden gevoed door het water van de Molenbeek. Aan de noordzijde vloeide het water af in de toen nog kronkelende Rode Beek. Bij extreem hoge waterstanden kon het water in het noordelijke stuk wegstromen via een Wijer naar de Geleenbeek.

Tot circa 1850 heeft er aan de westzijde van het complex een boerderij gelegen die De Spieker werd genoemd (zie SP op de Trachotkaart). In 1351 werd deze boerderij al genoemd in een archiefstuk dat de grenzen van de Heerlijkheid Sittard beschrijft:

 

 

"..so langs de bek (beek)vort tot in Reijners Hofken en dan tot ingen hage, daer de vuijrstat (stookplaats=bakoven) van dien woonhuijse is; van doir tot op de rode bek toe, daar steit einen pael in de bek, dat plecht te heiten die Luttelbrücke.."

 

Links van het pad loopt de thans droge buitengracht, de binnengracht is reeds gedeeltelijk gevuld met water. 

 

 

Functie van de Hateboer.

Welke functie het grachtencomplex gehad heeft is nog steeds een raadsel. Uit de naam Hateboer zou men kunnen afleiden dat het ging om een verdedigbare boerderij (hathus= strijd en boer= boerderij), een stuk land, waar men zich ten tijde van bedreiging het vee in veiligheid kon brengen. Een beetje te vergelijken met de voorburcht van Huis op de Berg.

De ligging van het complex in een moerasgebied, dat vroeger vrijwel ondoordringbaar geweest moet zijn, is uiterst strategisch. Meer dan driekwart van de Hateboer was immers door moeras omgeven. Door het opwerpen van de grond uit de grachten was ertussen een droog gebied ontstaan, dat slechts bereikbaar was via een smalle ingang. Op verscheidene plaatsen zijn er in Nederland en omringende landen, zogenaamde aardwerken gevonden, vaak waren het voorlopers van een motte of een burcht. Maar in dit complex zijn nooit resten van vroege bewoning, van een kleine toren of kasteel aangetroffen.

Een ander mysterie is het feit dat de Hateboer, voor zover bekend, nergens in de oude archieven staat vermeld. Wie heeft de opdracht tot aanleg gegeven en wie heeft die uitgevoerd ? 

De aanleg van zo'n  2800 meter gracht (de grachten zijn immers dubbel uitgevoerd) in een moerasgebied moet in ieder geval een onvoorstelbaar karwei zijn geweest.   

Detail uit de  Trachotkaart (1805) met daarin aangegeven de Hateboer en de spieker (SP).

Vergelijk de grootte van de Hateboer eens met die van de binnenstad.

 

Een bijzonder groot complex.

Qua omvang en grootte is er in heel Nederland niets waarmee de Hateboer te vergelijken is. De dubbele gracht aan de kant van de Tudderenderweg, is kaarsrecht over de gehele lengte van maar liefst 600 meter ! Om een beetje een idee te geven: 600 meter is ongeveer gelijk aan de doorsnede van de binnenstad van de Putpoort tot aan de Limbrichterpoort. Op het bijgevoegde detail uit de Trachotkaart is die forse afmeting duidelijk herkenbaar.

De komst van het CIOS en de teloorgang van de Hateboer.

In de zestiger jaren, werd de Schwienswei ten behoeve van de sportaccommodaties van het CIOS en de bouw van het zwembad heringericht. De historische belangen waren ondergeschikt aan de vooruitgang van de stad en meer dan driekwart van het Hateboer-complex ging verloren.Volgens de huidige archeologische opvattingen had dit nooit mogen gebeuren. De Hateboer is  misschien wel unieker dan de stadswallen te noemen.

 

Schwienswei onlangs opnieuw op de schop.

Onlangs is het Schwiensweigebied opnieuw op de schop genomen om het toegankelijker te maken voor het grote publiek. Gelukkig leven we nu in een andere tijd, een tijd waarin behoud van het culturele erfgoed wordt gewaardeerd. Ditmaal is niets verloren gegaan. De resterende grachten zijn juist beter zichtbaar gemaakt. Voortaan worden ze gevoed met het water uit de visvijver. Het water in de grachten moet in vroeger tijden heel zuiver zijn geweest. Bij het uitdiepen kwamen veel zoetwatermossels tevoorschijn, sommige meer dan 15 cm lang! Wat zullen ze vroeger daarvan gesmuld hebben. Wie weet, groeien er binnenkort opnieuw mossels en zal het zwembadrestaurant in de Nieuwe Hateboer ze op het menu kunnen zetten.

Bij recent archeologisch onderzoek is gebleken dat de Hateboer, waarschijnlijk een Romeinse weg komende vanuit Tüddern kruist. Hierdoor kan men voorzichtig concluderen dat de Hateboer moet zijn aangelegd ná de Romeinse tijd en in ieder geval niet in de IJzertijd zoals wel eens wordt beweerd.

 

Op de informatieborden die recent in dit wandelgebied gebied zijn geplaatst, ontbreekt de vermelding van de Hateboer niet. Voor veel Sittardenaren is het echter nog onbekend terrein. Het is beslist aan te bevelen ter plekke eens een wandeling te gaan maken. De prachtige natuur en het cultuurhistorisch erfgoed gaan er vrijwel naadloos in elkaar over.

 

(Ries van Doorn, 2002 - nr. 2)

Maak jouw eigen website met JouwWeb