Graafwerk Odaparking geeft zilveren medaillon prijs

 

Sinds april 2006 wordt er hard gewerkt aan de bouw van de nieuwe Odaparking.

De ondergrondse parkeergarage heeft kolossale afmetingen en het grondverzet is daarom aanzienlijk. Diverse gebieden worden soms tot een diepte van vier meter ontgraven. De bouwput strekt zich uit van het parkeerterrein (Knoakeveldj) via Serviam en Ursulinenweg naar de skate- en tennisbaan aan het Kerkepad. Het ontgraven wordt archeologisch begeleid door een ter zake kundige firma, leden van de Werkgroep Archeologie mogen daarbij assisteren. De uitgegraven grond wordt afgevoerd en afhankelijk van de kwaliteit bewaard voor hergebruik ter plekke of voor het opwerpen van een heuvel in de Schwienswei.

 

De grond onder het parkeerterrein bij de Tijssenflat laat af en toe duidelijk zien dat er een kerkhof heeft gelegen. Hoe goed de ruimingwerkzaamheden vroeger ook zijn geweest, af en toe komen soms toch nog botten tevoorschijn, net als de restanten van zinken kisten. Veel mensen vragen zich af hoe dat mogelijk is, maar de verklaring is vrij eenvoudig. Er zijn graven gevonden op meer dan gebruikelijke diepte, blijkbaar hebben er soms wel drie kisten op elkaar gelegen. Alle menselijke botten zijn overigens zorgvuldig verzameld en herbegraven op het kerkhof aan de Lahrweg.

Op de luchtfoto uit het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw, is het oude kerkhof in volle omvang goed te zien. Het afgebakende linker stuk is het Joodse gedeelte. De Deken Tijssenstraat bestaat nog niet want de wal is nog niet doorgebroken. De huidige Petrusschool is zo te zien nog in aanbouw want het dak zit er nog niet op.

 

Aardig is het rondje van een plantsoen naast de wal. Tussen de wal en de plek waar tot voor kort de Deken Haenraetsstraat liep, staan diverse gebouwtjes of paviljoens.

 

De beek is blijkbaar nog niet gekanaliseerd want er is nog een flinke bocht zichtbaar. Onderin zijn nog net de laatste huizen te zien van het buurtje ‘De Linde’

Met een metaaldetector is de grond onderzocht en daarbij kwamen talloze handvatten en spijkers van grafkisten tevoorschijn. Een corpus en enkele kruisjes behoorden óók tot de vondsten. Het kleinste en wellicht het meest belangwekkende voorwerp dat werd gevonden was een zilveren medaillon. In de eerste instantie dacht men dat het ging om een eenvoudige medaille, maar na schoonmaken bleek het een klein zilveren doosje te zijn met een reliek erin. De afmetingen van het zilveren kleinood zijn 17x14x4 milimeter, heel klein dus, ongeveer de oppervlakte van één eurocent !

Aan één zijde, is binnen een parelrandje in het midden, een Maria met kind afgebeeld, er omheen staat een Franse tekst: “Marie a été conçue sans péché” (Maria is ontvangen zonder (erf)zonde). De tekst heeft betrekking op de onbevlekte ontvangenis van Maria. Dit dogma werd in 1854 afgekondigd door Pius IX. Het bijbehorende jaarfeest wordt gevierd op 8 december (met dank aan Guus Janssen).

 

 

De andere zijde van het medaillon is voorzien van een minuscuul venstertje. Daaronder bevindt zich op een ruitvormig kartonnetje een reliek bestaande uit een klein stukje lichtbruin stof ter grootte van enkele millimeters. Daaronder is in zwarte inkt de naam “Joseph” weergegeven. De goudglinsterende ondergrond van het geheel bestaat uit een luxe brokaat stof. In de geornamenteerde buitenrand van zowel de voor- als achterzijde zijn twee engelen en twee kleine sterretjes weergegeven.

Het medaillon stamt waarschijnlijk uit de negentiende eeuw en het stukje stof (als secundaire reliek) behoort afkomstig te zijn van de mantel van Sint Jozef. Gezien de vele soortgelijke relieken op deze wereld, moet Sint Jozef welhaast een reus zijn geweest…

Vermeldenswaard is ook het feit dat pas in 1470 zijn feest bij de Rooms-Katholieke Kerk werd ingevoerd.

Literatuuronderzoek laat zien dat hij sinds 1679 de patroonheilige is van Nederland. Vrijwel alle beroepen die met hout te doen hebben (timmerman, wagenmaker, houthakker, schrijnwerker), vereren Sint Jozef als patroonheilige.

En niet te vergeten de Sittardse Sint Joepmarkt die op de feestdag van Sint Jozef, 19 maart werd ingevoerd in 1802.

Bij het hoofdaltaar in de Sint Petruskerk staat een reliekenkist waarin zich ook een Sint Jozefrelikwie bevindt. De echtheidsverklaringen hiervan stammen uit 1888 en 1932. Deze reliek zou door ene Isidorus Collaes in 1848 geschonken zijn. Collaes was arts en rechter alhier; hij was in 1807 te Ninove in België geboren. Hij was in 1854 getrouwd met Anna Catharina Devies uit Sittard. Van Collaes is bekend dat hij raadslid was maar ook lid was van een Vrijmetselaarsloge. Mogelijk is bij Collaes ook de herkomst van het nu gevonden reliek te zoeken. Het kerkhof is van circa 1840 tot 1922 in gebruik geweest.

Qua tijdsperiode is het dus heel goed denkbaar dat iemand die in verband stond met Collaes het kleinood bij zijn of haar begraving heeft meegekregen.

Bronnen:

- A.M.P.P. Janssen. Sittardse Relieken. 1992

- Peer H.M. Boselie. Sporen van Vrijmetselarij in Sittard etc.

Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold  1996

- Thijs van Vught. Sittards Verleden na 751 jaar voor HKLS-Studenten nog springlevend.

Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 1994

- Stijn van der Linden. Heiligen; levens, kalenders, attributen, patronaten, iconografie. 2002

- Meertens Instituut

 

Foto’s : Luchtfoto: Stadsarchief Sittard-Geleen, overige foto’s van de schrijver.

 

(Ries van Doorn, 2006 - nr. 3)